Keratoconus is een afwijking van de vorm van het hoornvlies. Het hoornvlies is niet langer mooi bolvormig, maar krijgt een kegelvorm en puilt naar buiten. De oorzaak van keratoconus is een verandering in de structuur waardoor het hoornvlies zijn stevigheid verliest. Deze structuurafwijking komt meestal pas na de puberteit tot uiting. Bij minder dan 10 % van de patiënten met keratoconus is de aandoening erfelijk.
Bovenstaande foto toont het typische beeld van een keratoconus: het kegelvormige hoornvlies, waarbij de top van de kegel iets naar onderen is uitgezakt.
Behandeling
Bij een beginnende keratoconus kan de gezichtsscherpte met brillenglazen of zachte contactlenzen worden gecorrigeerd. Als de vormverandering toeneemt, moet er overgestapt worden naar vormstabiele contactlenzen.
Vormstabiele contactlenzen
Er zijn verschillende vormen van vormstabiele contactlenzen. In het begin zijn gewone zuurstofdoorlatende contactlenzen goed genoeg. Als de vervorming sterker wordt maakt men vaak gebruik van speciale pancorneale contactlenzen, die ongeveer dezelfde diameter hebben als het hoornvlies. Daarnaast gebruikt men ook grotere sclerale lenzen, of het Piggy-back systeem waarbij een harde lens boven op een zachte lens wordt geplaatst.
Wanneer de keratoconus nog verder toeneemt, blijft de vormstabiele contactlens niet meer op het oog zitten en kunnen ze niet langer worden gedragen. Of ze blijven wel zitten, maar is het draagcomfort door de slechte pasvorm onvoldoende. Dit hoeft niet bij iedereen te gebeuren. Sommige patiënten kunnen hun hele leven met harde contactlenzen geholpen worden.
Cross-linking (CXL)
In een vroeg stadium van keratoconus kan UV cross-linking worden overwogen. Het doel van UV cross-linking is het afremmen van de kegelvorming door de stabiliteit en stijfheid van het hoornvliesweefsel (de collagene structuur) te verhogen.
Hoornvliestransplantatie
Als het dragen van contactlenzen niet meer lukt, kan de oogarts een hoornvliestransplantatie adviseren. Met deze operatie wordt het centrale deel van het hoornvlies vervangen (geheel of gedeeltelijk) door een menselijk donorhoornvlies met normale structuur en stevigheid.
Na de hoornvliestransplantatie wordt gekeken of er met een brillenglas een behoorlijke gezichtsscherpte kan worden behaald of dat er toch een harde contactlens moet worden aangepast. Het ondergaan van een hoornvliestransplantatie betekent dus niet automatisch dat er nooit meer een harde contactlens gedragen hoeft te worden.
De vorm van het hoornvlies verbetert zodanig door de operatie dat opnieuw een harde lens kan worden aangepast. En omdat de gevoeligheid van het hoornvlies na een hoornvliestransplantatie afneemt, worden harde contactlenzen meestal beter verdragen.
Wil je meer informatie?
Wil je weten wat de ervaringen zijn van mensen met keratoconus? Je kunt hun verhalen lezen bij verhalen van anderen, in de magazines of via ons lotgenotencontact met hen in contact komen.
Voor meer informatie