Bacteriële infecties

Bij bacteriële infecties zijn antibiotica nodig. Meestal lokaal toegediend in de vorm van oogdruppels, maar soms zijn ook injecties of tabletten nodig.

Virale infecties

Bij virale infecties door virussen uit de herpesgroep en virussen, zijn antivirale middelen mogelijk. Bij herpesinfecties wordt vaak Acyclovir gebruikt. Antivirale middelen worden zowel als oogzalf of oogdruppel toegediend, maar ook systemisch (aan het hele lichaam). Tegen andere virussen, zoals bijvoorbeeld adenovirussen, bestaan geen effectieve antivirale medicamenten.

Droge ogen

Bij droge ogen worden stroperige druppels, gels en zalf toegepast. Men probeert daarbij de ogen te beschermen tegen uitdrogen, omdat uitdrogen het hoornvlies kwetsbaarder maakt voor beschadiging. Zalven zijn vettig, waardoor het zien verstoord wordt. Meestal wordt zalf toegepast in combinatie met een verband.


Hoornvliestransplantatie

Voorkomen van afstoting

Bij afstoting wordt het nieuwe hoornvlies als een vijandelijke indringer beschouwd en worden de cellen van het getransplanteerde hoornvlies doodgemaakt; het getransplanteerde hoornvlies wordt troebel. Vandaar dat je na een hoornvliestransplantatie corticosteroïden krijgt voorgeschreven. Die remmen ontstekingsreacties, afstotingsreacties en allergische reacties, maar helaas ook de gewenste afweerreactie van het lichaam tegen indringers zoals tegen infecties.

Voorkomen van ontstekingsreacties

Om ongewenste ontstekingsreacties in het voorste deel van het oog te onderdrukken, worden in het begin na transplantatie medicijnen gegeven die de spieren verlammen die de pupil vernauwen en de spier verlammen die voor accommodatie zorgt (bijvoorbeeld met atropine of homatropine bevattende oogdruppels). In het begin wordt het transplantaat ook vaak beschermd met antibiotica in de vorm van oogdruppels. Als de oogdruk te hoog wordt, zijn soms oogdruk verlagende druppels nodig.

Wijze van druppelen

Druppels en zalfjes worden uitwendig – rechtstreeks op het oog! door de patiënt zelf toegediend. Het effect op de rest van het lichaam is daardoor minimaal.