De dystrofie van Fuchs is een traag verlopende afwijking waarbij het aantal endotheelcellen aan de achterzijde van het hoornvlies sneller dan normaal vermindert, zodat de pompfunctie van het endotheel afneemt. Hierdoor ontstaat er vochtophoping in het hoornvlies. Het hoornvlies wordt dikker en minder helder.

Toename watergehalte in het hoornvlies

Onder normale omstandigheden wordt er ’s nachts al wat vocht in het hoornvlies opgestapeld, omdat er geen verdamping van traanvocht is door de gesloten oogleden. Hierdoor wordt er ook minder water aan het hoornvlies onttrokken, en stijgt het watergehalte in het hoornvlies. Functioneert het endotheel niet goed dan wordt dat meer. Meestal is daarom het zicht in de ochtenduren verminderd en wordt het in de loop van de dag beter. Bij een gevorderde dystrofie van Fuchs is het zicht echter de hele dag slecht.

 

normaal endotheelDit plaatje toont een forse vergroting van een normaal endotheel: De endotheelcellen zijn gelijk van grootte en hebben een regelmatige zeshoekige vorm.

Endotheel met dystrophyHet endotheel bij een dystrofie van Fuchs: de cellen worden onregelmatig van vorm. Op de donkere plekken zijn de endotheelcellen verdwenen.

Beide ogen

De dystrofie van Fuchs komt steeds aan beide ogen voor. Het is niet geheel duidelijk in hoeverre deze dystrofie echt erfelijk is. Er is zeker een familiaire erfelijkheid, maar kunnen waarschijnlijk ook andere (onbekende) factoren een rol spelen. De aandoening komt vier keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Behandeling

Bij een beginnende dystrofie van Fuchs kunnen er middelen gebruikt worden om vocht te onttrekken aan het hoornvlies. Deze middelen werken niet genezend en voorkomen de achteruitgang niet. Alleen een operatie wordt met deze middelen enige tijd uitgesteld.

  • Zoutdruppels of zoutzalf. De druppels kunnen overdag worden gebruikt, de zalf ’s avonds voor het slapen gaan.
  • Föhnen van het hoornvlies: door ’s ochtends de Föhn op armlengte op de ogen te richten gedurende 1 minuut. Op deze manier wordt er vocht uit de traanfilm verdampt en aan het hoornvlies onttrokken, zodat het zicht iets sneller opklaart.

Bij een gevorderde dystrofie van Fuchs kan de gezichtsscherpte alleen met een hoornvliestransplantatie verbeterd worden.

Tegenwoordig wordt niet meer de volle dikte getransplanteerd maar zo mogelijk alleen de achterste laag getransplanteerd, dus endotheel en membraan van Descemet (zie hoornvliestransplantatie, lamellaire hoornvliestransplantatie)

Wil je meer informatie?

Wil je weten wat de ervaringen zijn van mensen met Fuchs’ dystrofie?  Je kunt hun verhalen lezen bij verhalen van anderen,  in de magazines of via ons lotgenotencontact met hen in contact komen.

Meer informatie